Dinsdagmorgen
de kaars brand,
ik ben er klaar voor.
De bel gaat.
Nieuwsgierig doe ik de deur open.
Daar staat ze, Marise, het is haar eerste keer…
Een beetje gespannen staat ze voor de deur.
Wat zal het gesprek haar brengen?

Jas uit, koffie of thee?
Glaasje water misschien?
Vol zelfvertrouwen handel ik.
Inmiddels weet ik dat contact maken met anderen me goed afgaat.
Dat kan ik, dankzij de gaven die God aan mij toevertrouwde.

Zomaar even een voorbeeld uit de praktijk over het opbouwen van zelfvertrouwen.
Zelfvertrouwen is het vertrouwen dat je in jezelf hebt.
Je bouwt het op door ervaringen waaruit blijkt dat je iets kunt.

Zelfvertrouwen krijgt een diepere dimensie als het gebaseerd is Godsvertrouwen.
Vertrouwen, geworteld in de wetenschap dat God van je houdt en voor je zorgt.

Vertrouwen in God begint met de erkenning dat we ons leven van God hebben ontvangen.
Hij heeft je leven gewild en heeft er een bedoeling mee.
Daar mag je naar op zoek gaan.
Als je die zoektocht serieus neemt, ontdek je de persoonlijkheid, talenten en kwaliteiten waarmee God je gezegend heeft.

We maken van alles mee in dit leven.
Soms is het windstil, andere momenten lijkt het wel windkracht 10.
Hoe die wind ook waait, wanneer je zelfvertrouwen in Godsvertrouwen geworteld is, heb je een stevige basis om het leven aan te kunnen.
Vanuit Godsvertrouwen kun je immers alle omstandigheden aan.